Jij en ik
Het is volle maan
en jij bent bij me
Ik adem damp in de
kraag van je jas
als we op huis aan fietsen.
Ik denk
aan de mooie deuren
in je huis en
de kasten die
afgesloten zijn, aan
je bed met de
gladde lakens en
jouw nachtkastje
met lades vol
Je heupen die de
regie voeren
over de pedalen
geselende kuiten
omarm ik als een
drenkeling een
boei. Heb ik gezegd
dat ik hou
van je haren in de
nachtwind?
Hou ik van jou om
wie je bent?
Laat ons eerst
thuiskomen svp
Dan zullen we
elkaar raken, weet ik
zonder afstand tot
elkaar. Met zweet
en ademhaling,
lichamen die zich
verliezen in
fluweelzachte cadans
hijgend, herhalend,
liefkozend
als bloemen naar de
zon, wild naar
het water en adem
naar de bron
(c) Marten Janse